Wie wordt er nu niet blij bij het zien van een vlinder? Net als bijen hebben deze delicate fladderaars het helaas moeilijk. Tal van instanties proberen er iets aan te doen. Jij kunt ook je steentje bijdragen.
7 Vlindervriendelijke tuintips
- Gebruik geen gif, chemicaliën en pesticiden.
- Maak je tuin groener. Vervang tegels door planten en de schutting door een (klimop)haag.
- Zorg voor bloeiende, nectarrijke planten van het vroege voorjaar tot in de late herfst, met voorjaars- en zomerbollen, eenjarigen en vaste planten, zoals krokussen, lavendel, ijzerhard (Verbena bonariensis), rode valeriaan, koninginnekruid (Eupatorium), hemelsleutel (Sedum) en herfstaster.
- Creëer hoogtes en laagtes in de beplanting, met (vlinder)struiken en (kleine) bomen; dat zorgt ervoor dat vlinders makkelijk hun weg kunnen vinden en vlinders houden van beschutte plekken.
- Laat waar mogelijk waardplanten (waarvan de rupsen van de vlinders kunnen eten) staan, zoals een plukje brandnetels, hulst, klaver, klimop, koolzaad, brem, Oost-Indische kers, struisgras en moerasspirea.
- In het najaar is rottend fruit een belangrijke voedselbron voor vlinders. Laat afgevallen appels en peren of ander fruit in je moestuin liggen, of leg overrijp fruit in een schaal op de tuintafel.
- Maak de tuin niet te netjes en laat her en der bladeren of takjes gewoon liggen. Snoei afgestorven planten niet terug in de herfst, maar in het voorjaar, zodat eitjes, poppen en rupsen tussen de resten kunnen overwinteren. Of hang een vlinderkastje op.
